Gecertificeerd kwaliteitsmanagementsysteem

Aardingsmeters - Professionele aardingstestapparaten ENERGY
Krachtige aardingsmeting voor veilige aardingspaden
Aarding is aanwezig in de meeste gebouwen en op elektrische systemen zoals een fotovoltaïsch systeem. Bij overspanning of blikseminslag zorgt de aarding ervoor dat de stroom veilig naar de aarde kan worden afgevoerd.
De aardelektrode vormt het contact tussen het elektrische systeem en de eigenlijke aarde en maakt een veilige aarding mogelijk. Om ervoor te zorgen dat aarding werkt wanneer dat nodig is, definiëren veel normen en elektrische voorschriften maximale waarden voor de weerstand of impedantie van de aardelektrode. Volgens de voorschriften van verschillende organisaties moeten deze waarden regelmatig gecontroleerd en gemeten worden met een aardingsmeter. De normen en voorschriften specificeren vaak ook de meetmethoden en testprocedures die gebruikt moeten worden.
Koop nu online op aardingsmeter:
- Veilige meting van de aardweerstand van elektriciteitsmasten
- Aardweerstandsmeting tot 300Ω
- Meetfrequentie: 25 kHz
- Nauwkeurigheid: ± 2,5
- USB-interface
- Geïntegreerd geheugen en printer
- Automatische voeding
- Oplaadbare batterij of netvoeding
- Niet gevoelig voor stoorspanning
- Meting van aardweerstand tot 20kΩ
- Meetfrequenties: 270 Hz tot 1470 Hz
- Resoluties: 0,01Ω / 0,01Ωm / 0,1V
- Nauwkeurigheid: ±2-5%
- USB-interface
- Geïntegreerde printer
- Geïntegreerde voltmeter
- Niet gevoelig voor stoorspanningen
Diverse aardingsmeters op Sourcetronic
De aardingsmeters EM-4055 en TM25R meten aardweerstanden en hun specifieke weerstand volgens de zogenaamde "Wenner-methode". Deze heavy-duty aardingsmeters geven u ook alle informatie die u nodig hebt over parasitaire spanningen. Voor elke start controleert het meetapparaat of alle parameters binnen bepaalde grenzen liggen en informeert de gebruiker als dit niet het geval is. Fouten kunnen worden veroorzaakt door een te hoge stoorspanning, een te hoge weerstand in de meetsondes of onvoldoende teststroom. Als er geen fouten zijn, start de aardingsmeter de meting en selecteert automatisch het meetbereik. Om een aardingssysteem naar behoren te testen, gebruikt de EM-4055 aardingsmeter teststromen met een frequentie van 270Hz of 1470Hz. Een testfrequentie van 270Hz is bijzonder geschikt voor het simuleren van foutstromen in industriële systemen. Bij 1470Hz wordt het systeem getest op reststromen die kunnen optreden bij een blikseminslag. Beide meetapparaten hebben een ingebouwd geheugen voor meetresultaten, een printer en een USB-interface waarmee meetgegevens naar een computer of datalogger kunnen worden overgebracht. Door hun lichte gewicht, geïntegreerde voedingsbatterij en robuuste ontwerp zijn ze ideaal voor alle toepassingen, bijv. in slechte weersomstandigheden.
De taken van aarding en de verschillende soorten aarding
Aarding is een geleider die elektrisch contact maakt met de aarde. De metalen behuizingen van bijvoorbeeld elektrische apparaten zijn via deze geleider met elkaar verbonden. Als de behuizing onder spanning staat door een isolatiefout, wordt deze direct geaard en vloeit de foutstroom weg via de aardgeleider zonder mensen in gevaar te brengen. Zonder aarding kunnen isolatiefouten of elektrische storingen aanzienlijke gevaren veroorzaken voor mensen, systemen en apparaten. In combinatie met een elektrisch beveiligingsapparaat, zoals zekeringen en aardlekschakelaars, wordt het defecte circuit direct uitgeschakeld. Aarding kan tot stand worden gebracht met behulp van funderingsaarding, ondergrondse aardingslussen, palen, leidingen, linten en draden.
De basistaken van aardingsmeting
De aardingsmeting wordt gebruikt om te controleren of een bestaand aardingssysteem aan de in de normen gespecificeerde waarden voldoet of dat een nieuw te installeren aardingssysteem deze waarden kan bereiken. Afhankelijk van het elektrische systeem of de installatie kunnen hiervoor verschillende meetmethoden worden gebruikt. In de regel is het doel van de meting om de impedantie of weerstand van het aardingssysteem te bepalen. Aangezien de waarden van een aardingssysteem in de loop der tijd kunnen veranderen, worden aardingsmetingen met regelmatige tussenpozen uitgevoerd.
De aardingsmeting bij het installeren van nieuwe aardingssystemen
Als er een nieuw aardingssysteem geïnstalleerd moet worden, kan de meting van de specifieke aardingsweerstand gebruikt worden om te controleren of de vereiste elektrische eigenschappen van de aarding gerealiseerd kunnen worden. Het kan ook informatie geven over de structurele maatregelen die genomen moeten worden en de verwachte kosten. De best mogelijke positie van de aarding op het beschikbare terrein kan ook bepaald worden.
De specifieke aardweerstand en hoe deze wordt beïnvloed
De specifieke aardweerstand van een grond wordt uitgedrukt in ohm en is afhankelijk van het geleidingsvermogen van de grond. Hoe hoger het geleidingsvermogen, hoe lager de aardweerstand. Aangezien temperatuur en vochtigheid invloed hebben op de geleidbaarheid, verandert de aardweerstand afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden. Deze invloeden nemen af met toenemende diepte in de bodem, en daarom moet aarding zo diep mogelijk in de bodem doordringen.
De verschillende meetmethoden voor het bepalen van de specifieke aardweerstand
De Wenner-methode of de Schlumberger-methode worden over het algemeen gebruikt om de specifieke aardweerstand te meten. Bij beide methoden worden vier hulpaardelektroden op een bepaalde afstand in de aarde gestoken. Er wordt een stroom toegevoerd aan de twee buitenste aardelektroden en de potentiaal tussen de twee binnenste hulpaardelektroden wordt gemeten met een voltmeter. Aan de hand van de stroom- en spanningswaarden kan de specifieke aardweerstand worden bepaald. Het verschil tussen de Wenner- en Schlumberger-methoden zit in de afstand tussen de hulpaardelektroden.
Aardingsmeting op bestaande aardaansluitsystemen
Het doel van de aardingsmeting op een bestaand aardingssysteem is om te controleren of de toepasselijke veiligheidsvoorschriften worden nageleefd en de gespecificeerde weerstandswaarden worden bereikt. Hiervoor kan een hele reeks verschillende meetmethoden worden gebruikt, die buiten het bestek van dit artikel vallen. De te gebruiken meetmethode hangt onder andere af van de vraag of het elektrische systeem voor de meting uitgeschakeld kan worden, of de aarding losgekoppeld kan worden en of er een of meer aardelektroden aanwezig zijn. De te behalen meetnauwkeurigheid en de omgeving van de installatie (landelijk of stedelijk) spelen ook een rol bij de keuze van de meetmethode. Hieronder volgt een korte beschrijving van veelgebruikte meetmethoden voor aardingsmetingen aan bestaande aardingssystemen.
De driepolige aardingsmeting (de 62%-methode)
Deze meetmethode werkt met twee hulpaardelektroden. De meetstroom wordt via één hulpaarde-elektrode toegevoerd en de andere wordt gebruikt om het 0V-potentiaal af te tappen. Deze hulpaarde-elektrode wordt op een rechte lijn tussen de te meten aardelektrode en de voedingsaarde-elektrode geplaatst op een afstand van precies 62 procent. Deze meetmethode bestaat ook in een gewijzigde vorm waarbij slechts één hulpaardelektrode nodig is.
De driehoekmethode (twee hulpaarde-elektroden)
Net als de 62%-methode werkt de driehoekmethode ook met twee hulpaarde-elektroden. De hulpaarde-elektroden en de te meten aardelektrode bevinden zich echter niet op een rechte lijn, maar in een driehoekige vorm. De twee hulpaardelektroden vormen een gelijkbenige driehoek met de te meten aardelektrode. De metingen worden dan aan beide zijden van de driehoek uitgevoerd.
Uitleg van de vierpolige methode en de voordelen ervan
Zoals de naam al aangeeft, gebruikt de vierpolige methode een vierde referentiewaarde. Ten eerste is deze methode gebaseerd op hetzelfde meetprincipe als de driepolige metingen. Er is echter een extra verbinding tussen het meetapparaat en de te meten aarde. Omdat dit de eigen weerstanden van de meetkabels compenseert, bereikt deze meetmethode een aanzienlijk hogere meetnauwkeurigheid. De metingen zijn tien keer nauwkeuriger. De hoge nauwkeurigheid van de vierpolige methode is ook de reden waarom elektriciteitsbedrijven deze meetmethode vaak gebruiken. Dit komt omdat distributie- en transformatorstations zeer lage aardingsweerstanden vereisen, die vaak alleen nauwkeurig kunnen worden bepaald met deze meetmethode.
Metingen met stroomtangen voor minder moeite
Stroomtangen kunnen worden gebruikt om metingen uit te voeren op gesloten circuits zonder deze te hoeven loskoppelen. Dit is ook de reden waarom stroomtangen in bepaalde gebieden een revolutie teweeg hebben gebracht op het gebied van aardingsmetingen. Dit komt doordat aardverbindingen niet meer losgekoppeld hoeven te worden voor de meting en er geen extra aardelektroden meer nodig zijn. Dit bespaart aanzienlijke inspanningen en veel tijd tijdens de meting. Een meting met de aardklemtester kan snel worden uitgevoerd. De te meten aardgeleider wordt eenvoudig omsloten door de stroomtang. De stroomtang heeft twee afzonderlijke wikkelingen. De zogenaamde generatorwikkeling wekt een spanning op via een wisselend magnetisch veld. Dit genereert een stroom die door de aardgeleider en de aardverbinding loopt. De tweede wikkeling, de meetwikkeling, meet deze stroom. Uit de gemeten elektrische waarden kan de aardingsweerstand berekend worden. Afhankelijk van het elektrische systeem en meetprincipe kunnen verschillende stroomtangen ook gebruikt worden om de aardingsweerstand te bepalen.