ST130 | Meervoudige snelheden
Met de instelling voor meervoudige snelheden kunt u tot 16 verschillende frequenties opslaan en op elk moment oproepen via een binaire code op de digitale ingangen.
Voer de gewenste frequenties in bij parametergroep E1.00 – E1.15 en roep ze op via de digitale ingangen met een binaire code. De digitale ingangen moeten worden toegewezen als “meervoudige snelheidsklemmen”.
Voorbeeld 1:
Snelheidsklem 1 = 0 (1-bit)
Snelheidsklem 2 = 0 (2-bit)
Snelheidsklem 3 = 0 (4-bit)
Snelheidsklem 4 = 0 (8-bit)
De omvormer draait dan op frequentie 0 (E1.00).
Voorbeeld 2:
Snelheidsklem 1 = 0 (1-bit)
Snelheidsklem 2 = 1 (2-bit)
Snelheidsklem 3 = 0 (4-bit)
Snelheidsklem 4 = 0 (8-bit)
De omvormer draait dan op frequentie 2 (E1.02).
Voorbeeld met 3 verschillende frequenties:
F0.02 = 5 (Frequentie via meervoudige snelheden)
F0.04 = 1 (Sturing via klemmen)
E1.00 = 20% (Frequentie 0 = 20% van maximale frequentie)
E1.01 = 60% (Frequentie 1 = 60%)
E1.02 = 100% (Frequentie 2 = 100%)
F1.03 = 12 (Snelheidsklem 1 via digitale ingang 4)
F1.04 = 13 (Snelheidsklem 2 via digitale ingang 5)
Start- en stopopdrachten kunnen nog steeds via digitale ingangen 1–3 worden gegeven.
Tags: