ST600 | Frequentieregelaar als pompregeling – Parameterlijst voor drukregeling

Opmerking: Ongewijzigde fabrieksinstellingen (behalve motorparameters) worden verondersteld.

Geprogrammeerde waarden:

Parameter Waarde Functiebeschrijving
P00.01 1 Klemmenbesturing actief
P00.06 7 Hoofdfrequentiebesturingsbron = PID
P00.11 10 Versnellingstijd in seconden – indien nodig aanpassen bij ingebruikname
P00.12 10 Remtijd in seconden – indien nodig aanpassen bij ingebruikname
P00.13 2 Achteruitrijden geblokkeerd
P01.18 1 Opstartbeveiliging uitgeschakeld
P04.00 4 U/f-karakteristiek kwadratisch
P05.01 1 S1 = Vooruit commando
P05.24 2 Minimale spanning op AI1 = 2V (komt overeen met 4mA)
P05.50 1 AI1 = stroomingang
P09.00 0 PID-doelwaarde bron = P09.01
P09.01   PID-doelwaarde (instelbereik: -100% tot +100%)
P09.02 0 PID-terugkoppeling bron = AI1
P09.08 0 PID afwijkingsgrens
Menu Opladen van de ingestelde parameters naar geheugenlocatie 2 van het bedieningspaneel

Cursief: fabrieksinstelling, alleen voor illustratie vermeld

Motorparameters:

Parameter Waarde Functiebeschrijving
P02.01 Nominaal motorvermogen in kW
P02.02 Nominale frequentie van de motor in Hz
P02.03 Nominaal motortoerental in omw/min
P02.04 Nominale motorspanning in V
P02.05 Nominale motorstroom in A

Raadpleeg de handleiding voor een gedetailleerde uitleg van de afzonderlijke functies van de parameters.

Aansluitconfiguratie:

Sourcetronic
ST600
Functiebeschrijving
R Netspanning via hoofdschakelaar
S
T
PE
U Motor rechtstreeks op de omvormer
V
W
PE
+24V Samen met COM voedingsbron, bijv. voor signaallamp (max. 200mA min de sensor)
COM Referentiepotentiaal van de +24V bron
PW Dit is het tegenpotentiaal bij een actieve ingangsklem.

Standaard verbonden met COM, zodat een klem actief is wanneer deze

met +24V is verbonden

S1 Aan: Start vooruit met helling P00.11; Uit: Remmen met helling P00.12
AI1 Analoge ingang 1 (4-20mA)
+10V Analoge hulpspanning
GND Analoog referentiepotentiaal
RO1A, RO1B, RO1C Relaisuitgang 1 = Omvormer in bedrijf
RO2A, RO2B, RO2C Relaisuitgang 2 = Foutmelding

 

Ingebruikname

De aansluitingen R, S, T van de frequentieomvormer worden direct achter de hoofdschakelaar op het stroomnet aangesloten, de motor in ster op de aansluitingen U, V, W van de omvormer.

De druksensor wordt als volgt aangesloten:

+Ub       op klem +24V

GND      op klem AI1

Bovendien moet op de omvormer een brug van COM naar GND worden geplaatst.

De startschakelaar wordt aangesloten tussen S1 en +24V van de omvormer. Zodra de startschakelaar wordt gesloten of de startknop op het bedieningspaneel wordt ingedrukt, start de omvormer de PID-regeling. Wordt de schakelaar geopend of de stopknop gedrukt, stopt de omvormer.

Via relais 1 van de omvormer (RO1C/RO1A) kan bijvoorbeeld een bedrijfsindicatie worden aangestuurd. Als hiervoor de interne 24V-bron wordt gebruikt, mogen lamp en druksensor samen niet meer dan 200mA verbruiken.

Relais 2 schakelt bij een fout van RO2B/RO2C om naar RO2A/RO2C.

Tags: