ST300 | Eerste ingebruikname – Waarop moet ik letten (motorgegevens)?
Voor de ingebruikname van een frequentieregelaar moeten eerst de fabrieksinstellingen via het menu worden geladen. Vervolgens moeten de nominale motorgegevens van de gebruikte motor in de frequentieregelaar worden ingevoerd. Deze gegevens vindt u op het typeplaatje van de motor.
Voorbeeld van een typeplaatje van een driefasige asynchrone motor:
Aan de linkerkant vindt u de nominale spanning en stroom voor de sterconfiguratie (Y), aan de rechterkant voor de driehoekconfiguratie (Δ). Controleer in de motor aansluitdoos welke configuratie momenteel is ingesteld en pas deze eventueel aan de nominale spanning van de frequentieregelaar aan.
De parameters die nodig zijn voor het invoeren van de motorgegevens bevinden zich in parametergroep P02. Dit betreft de parameters P02.01 tot P02.05 voor asynchrone motoren.
Nominaal vermogen (P02.01): 0,75kW
Nominale frequentie (P02.02): 50Hz (bij meer dan 50Hz eerst P00.03 instellen)
Nominaal toerental (P02.03): 1385 t/min
Nominale spanning (P02.04): 400V (Y) / 230V (Δ)
Nominale stroom (P02.05): 2,30A (Y) / 3,98A (Δ)
Alle overige parameters (P02.05 – P02.10) kunnen door de regelaar zelf gemeten worden, maar zijn alleen vereist voor vectorregeling. Hiervoor moet bij een asynchrone motor P00.15 = 1 ingesteld worden voor een draaiende meting zonder belasting of P00.15 = 2 voor een stilstaande meting met belasting. Voer indien mogelijk altijd een draaiende meting uit zonder belasting, omdat dan ook de nullaststroom gemeten kan worden. Na het meten kan de vectorregeling worden geactiveerd met P00.00 = 0 of 1.
Tags: