ST130 | Analoge sensoren – Hoe sluit je ze aan en stel je ze in?
Er zijn veel soorten sensoren (bijv. druk, flow, temperatuur) die meetwaarden als analoog signaal afgeven. De ST130 frequentieregelaar beschikt over twee analoge ingangen via de klemmen AI1 en AI2 naar GND.
De regelaar accepteert de volgende stuursignalen op deze ingangen:
- 0V tot +10V DC
De instellingen voor de analoge ingangen bevinden zich in de parameters F1.11 – F1.17. Hiermee stel je in hoe de frequentie zich gedraagt ten opzichte van het analoge signaal.
Afhankelijk van de toepassing kunnen deze signalen worden gebruikt om de regelaar aan te sturen. Zo kan een ingangsspanning van 0V–10V de referentiefrequentie bepalen.
Met parameter F0.02 kies je de bron voor de gewenste frequentie.
Met parameter FA.00 stel je de bron voor het koppelbeheer in.