Elektromagnetische compatibiliteit
Elektromagnetische compatibiliteit, kortweg EMC, beschrijft “het vermogen van een apparaat, installatie of systeem om op bevredigende wijze in de elektromagnetische omgeving te functioneren zonder zelf elektromagnetische storingen te veroorzaken die onaanvaardbaar zouden zijn voor andere apparaten, installaties of systemen die in die omgeving aanwezig zijn”. (Definitie van de Europese EMC-richtlijn)
Elektromagnetische compatibiliteit is wettelijk geregeld en daarom moet gevoelige elektronica worden beschermd tegen stroomgerelateerde stoorsignalen. Hiervoor worden zogenaamde EMC-filters gebruikt.
Elektromagnetische interferentie kan nooit volledig worden vermeden. Daarom moeten elektrische en elektronische apparaten, installaties en systemen naar behoren functioneren ondanks storingen door elektromagnetische velden. Relevante voorschriften specificeren met welke vereisten met betrekking tot immuniteit en emissie in elk afzonderlijk geval rekening moet worden gehouden. De normen EN61800-3 (productnorm) en EN55011/EN55022 (grenswaarden en meetmethoden) regelen het gebruik van EMC-filters.
Om aan deze normen te voldoen, zijn veel speciale maatregelen, zoals filtering, nodig bij het ontwerpen en installeren van elektrische en elektronische systemen.